Irregular verbs lesson 2

 0    19 flashcards    guest3759052
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
concern - concerned - h concerned
start learning
betreffen - betrof - h betroffen
to be found - to be found - to be found
start learning
bevinden (zich) - bevond - h bevonden
move - moved - h moved
start learning
bewegen - bewoog - h bewogen
visit - visited - h visited
start learning
bezoeken - bezocht - h bezocht
enter - came in - entered
start learning
binnenkomen - kwam binnen - z binnengekomen
stay - stayed - has stayed
start learning
blijven - bleef - is gebleven
stay - stayed - has stayed
start learning
blijven - bleef - is gebleven
break - broke - h
start learning
breken - brak - h gebroken
bring - brought - h brought
start learning
brengen - bracht - h gebracht
bend - arch - h bent
start learning
buigen - boog - h gebogen
participate - took part - h participated
start learning
deelnemen- nam deel - h deelgenomen
think - thought - h thought
start learning
denken - dacht - h gedacht
close - closed - h closed
start learning
dichtdoen - deed dicht - h dichtgedaan
do - did - h done
start learning
doen - deed - h gedaan
look through - looked through - h looked through
start learning
doorkijken - keek door - h doorgekeken
wear - wore - worn
start learning
dragen - droeg - gedragen
drink - drank - h gderonken
start learning
drinken - dronk- h gderonken
dive - dived - h dived
start learning
duiken - dook - h gedoken
look - looked - h looked
start learning
eruitzien - zag eruit - h eruitgezien

You must sign in to write a comment