Top 500 Engelse werkwoorden 401 - 450

 0    50 flashcards    VocApp
start learning

download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
terugbellen
Ik moet haar terugbellen.
start learning
to return
I need to return her call.
aankomen
De bus komt om 15.00 uur aan.
start learning
to arrive
The bus arrives at 3 p.m.
terugbrengen
Gisteren ben ik naar Sara gegaan om haar trui terug te brengen.
start learning
to return
Yesterday I went to Sara to return her sweater.
verwijderen
Het is niet gemakkelijk om een rode wijnvlek te verwijderen.
start learning
to remove
It's not easy to remove a red wine stain.
bezig zijn
Ik ben zo bezig geweest met de show dat ik de tijd uit het oog verloor.
start learning
to engage
I have been so engaged in the show that I lost track of time.
dirigeren
Ze heeft geen ervaring met het dirigeren van een orkest.
start learning
to conduct
She has no experience in conducting an orchestra.
staan
In het verslag staat dat de school meer geld moet krijgen.
start learning
to state
The report stated that the school should be given more money.
+43 flashcards
The lesson is part of the course
"Top 500 Engelse werkwoorden"
(total 500 flashcards)

Try the course for free
Create flashcards
niderlandzki

The course also includes the following sets of flashcards:

Top 500 Engelse werkwoorden 1 - 50Top 500 Engelse werkwoorden 51 - 100Top 500 Engelse werkwoorden 101 - 150Top 500 Engelse werkwoorden 151 - 200Top 500 Engelse werkwoorden 201 - 250Top 500 Engelse werkwoorden 251 - 300Top 500 Engelse werkwoorden 301 - 350Top 500 Engelse werkwoorden 351 - 400Top 500 Engelse werkwoorden 451 - 500

You must sign in to write a comment