grieks w. tekst 27

 0    24 flashcards    lhilhorst
print play test yourself
 
Question - Answer -
ὑπερ + acc
start learning
1. over, aan de overzijde van 2 boven, te boven gaand
ἄδικος (m/v), ον
start learning
onrechtvaardig
κωλύω
start learning
tegenhouden, verhinderen
ἀνήγαγον
start learning
aor. van ἀνάγω (= omhoog leiden)
ἀνάγω
start learning
omhoog leiden
ἦλθον
start learning
ik kwam, ik ging
κατέσχον
start learning
aor. van κατέχω (= 1. vasthouden, tegenhouden 2. in zijn macht houden, beheersen)
κατέχω
start learning
1. vasthouden, tegenhouden 2. in zijn macht houden, beheersen
ὁ νεκρός
start learning
dode, lijk
διαβαίνω
start learning
oversteken
ἐνέτυχον
start learning
aor. van ἐντυγχάνω (= tegenkomen, ontmoeten)
ἐντυγχάνω + dat
start learning
tegenkomen, ontmoeten
ὁ κύων, κυνός
start learning
hond
ἄρχω
start learning
1. beginnen 2 + gen heersen over
μέχρι + gen.
start learning
tot aan
ἦρξα
start learning
aor. van ἄρχω (= 1. beginnen 2 + gen heersen over)
ὀλίγος, η, ον
start learning
weinig, gering
ἔδεισα aor.
start learning
ik werd bang (voor)
δείδω
start learning
vrezen
ἡ ὁδός
start learning
weg, tocht
οὔπω
start learning
nog niet
ἥμαρτον
start learning
aor. van ἁμαρτάνω (= 1. + gen (het doel) missen 2. zich vergissen)
ἁμαρτάνω
start learning
1. + gen (het doel) missen 2. zich vergissen
ὁ ἔρως, ἔρωτος
start learning
liefde, begeerte

You must sign in to write a comment