→ Werkwoorden 04 (zien, Horen, Spreken, Praten, Kijken Etc.) → Start Learning / Download MP3 Flashcards

start learning

Question		Answer
wyglądać dobrze start learning		er goed uitzien
Wyglądasz na zmęczoną start learning		Je ziet er moe uit
Wyglądasz byle jak, niechlujnie start learning		Je ziet er niet uit! (slordig, onverzorgd)
jak on wygląda? start learning		hoe ziet hij eruit?
patrzeć na start learning		iets aanzien
nie móc patrzeć na krwawą scenę start learning		een bloederig tafereel niet kunnen aanzien
patrzeć na kogoś pytająco start learning		iemand vragend aankijken / aanziend
wygląd start learning		het uiterlijk, het aanzien
postrzegać kogoś - jak ty mnie postrzegasz? sądzisz, że jestem głupia? start learning		aanzien - Waar zie je me voor aan? denk je echt dat ik zo stom ben?
mieć poważanie start learning		in hoog aanzien staan
Jeszcze zobaczę. (odraczanie decyzji) start learning		het nog even aanzien / Ik zal het nog evem aanzien (nog even wachten voor je een beslissing neemt, zijn beslissing uitstellen)
wygląd start learning		het uiterlijk, het aanzien, voorkomen
przebrać nowy wygląd start learning		een ander / nieuw aanzien krijgen
Ta sprawa wygląda przez to inaczej start learning		de zaak krijgt daardoor een ander aanzien
Ten budynek otrzymał nowy wygląd start learning		Dat gebouw krijgt een nieuw aanzien
przejrzeć kogoś start learning		door iemand heen kijken
Przejrzałam twój chytry plan start learning		Ik doorzag / Ik doorzie je slimme plannetje

werkwoorden 04 (zien, horen, spreken, praten, kijken etc.)