het lichaam 1

 0    12 flashcards    mateuszszumilas91
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
ciało
Chcę spojrzeć na twoje piękne ciało.
start learning
het lichaam
Ik wil naar je mooie lichaam kijken.
szyja
Nie mogę obrócić mojej szyi w lewo.
start learning
de nek
Ik kan mijn nek niet naar links draaien.
nos
Miesiąc temu miałem korekcję nosa.
start learning
de neus
Een maand geleden heb ik een neuscorrectie gehad.
stopa, śmierdzieć
Moje stopy śmierdzą rybami.
start learning
de voet, stinken
Mijn voeten stinken naar vissen.
głowa / silny
Mam od rana silny ból głowy.
start learning
het hoofd / hevig
Ik heb sinds vanmorgen hevige hoofdpijn.
usta
Nie powinieneś mówić z pełnymi ustami
start learning
de mond
Je moet niet met je mond vol praten.
łokieć
Ona ma 2 różne łokcie.
start learning
de elleboog
Zij heeft 2 verschillende ellebogen.
kolano
Poszedłem z moim kolanem do lekarza.
start learning
de knie
Ik ging met mijn knie naar de dokter.
oko
Oko słonia jest znacznie większe niż ludzkie oko
start learning
het oog
Het oog van de olifant is veel groter dan het menselijk oog.
paznokieć u nogi
Twoje paznokcie u nóg nie są obcięte.
start learning
de het teennagel
Je teennagels zijn niet geknipt.
obracać
Obracam się i widzę ścianę.
start learning
draaien
Ik draai me om en zie de muur.
ścinać
Fryzjer ścina klientom włosy.
start learning
knippen
De kapper knipt het haar van de klanten.

You must sign in to write a comment