Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

przechować in Dutch:

1. bewaren


Kun je eieren bewaren buiten de koelkast?
Wat hij ook doet moet je kalmte bewaren
Esperanto gebruiken om internationaal te communiceren is een oplossing om de taaldiversiteit te bewaren.
Wilt ge vlees lang bewaren, vries het dan in.

Dutch word "przechować"(bewaren) occurs in sets:

kurs 2 lekcja6