Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

przeciwko in Dutch:

1. tegen


Katholieken zijn tegen geboortebeperking.
Tegen het einde van de excursie hadden we al erg veel dorst.
Heeft u moeite te verstaan wat vrouwen of kleine kinderen tegen u zeggen?
Veel mensen weten niet dat antibiotica niet effectief zijn tegen virusziekten.
Ik moet het misschien niet tegen je zeggen, maar ik ben echt gefascineerd door jouw schoonheid.
Ruim drieduizend mensen hebben hun handtekening gezet om de sloop van dit historische pand tegen te houden.
Hij heeft niet deelgenomen aan de samenzwering. Het was zijn broer, en niet hij, die tegen de regering was.
Tegen de tijd dat hij 966 probeerde, begon Dima de hoop op te geven.
De beklaagde ging zonder aarzelen in beroep tegen de uitspraak.
De Normandische overwinning tegen Engeland heeft een grote invloed gehad op de Engelse taal.
Ida was uit haar humeur omdat ze voor haar rijexamen was gezakt. Haar broer wilde haar wat opbeuren met een grap, maar die schoot bij haar in het verkeerde keelgat, waardoor ze tegen hem uit haar slof schoot.
Het is niet vanwege haar uiterlijk dat ze populair is, maar omdat zij aardig is tegen iedereen.
Als jij nou zegt: "Ik hou van jou," dan zeg ik dat ook tegen jou.
Tegen domheid wast geen kruid meer, de dommeriken hebben het doodgespoten.
Later, toen ze weg waren gegaan, was er geen levende ziel meer te bekennen op de kade, de stad met zijn cipressen leek totaal uitgestorven, maar de zee bruiste nog en sloeg tegen de kust.

2. jegens


Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

Dutch word "przeciwko"(jegens) occurs in sets:

pronomen (kill me)