French Dutch Dictionary

Français - Nederlands, Vlaams

couverts in Dutch:

1. bestek bestek


De tafel was stijlvol gedekt met een wit tafellaken, het mooiste porselein, zilveren bestek en kunstig gevouwen servetten, en kandelaars met crèmekleurige kaarsen verlichtten de ruimte.
De juiste plaatswijze van een bestek is de vork aan de linkerzijde van het bord en het mes aan de rechterzijde alsook de lepel.

Dutch word "couverts"(bestek) occurs in sets:

Vocabulaire de la salle à manger en hollandais
Outils de cuisine en hollandais