1. zaal
Het concert was leuk, maar het was wel koud in de zaal.
Er passen krap vijftig mensen in deze zaal.
Dutch word "hall"(zaal) occurs in sets:
engels unit 1 woordjesEngels H1 S12. hal
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
In dit verslag wordt de capaciteit van de hal overdreven.
Dutch word "hall"(hal) occurs in sets:
Kamers in het huis in het Engelsen - nl unit 1 sb 1