English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

row in Dutch:

1. rij rij


Vele mensen wachtten in de rij.
Mijn kozijn is de voorlaatste in de rij.
Wij gingen in de rij staan om in de bus te stappen.
Er staan al veel mensen in de rij voor de cinema.

Dutch word "row"(rij) occurs in sets:

2000 Most Used Dutch Words (1/2)