Niet ... Geen

 0    31 flashcards    nathaliecoppin
download mp3 print play test yourself
 
Question Answer
Ik heb geen gouden horloge.
start learning
Je n'ai pas de montre en or.
Ik heb geen wollen trui.
start learning
Je n'ai pas de pull en laine.
Ik heb geen rijbewijs.
start learning
Je n'ai pas de permis de conduire.
Ik heb geen kinderen.
start learning
Je n'ai pas d'enfants.
Ik heb geen geld.
start learning
Je n'ai pas d'argent.
Ik heb geen nieuws van hem.
start learning
Je suis sans nouvelles de lui.
Ik heb geen nieuws van haar.
start learning
Je suis sans nouvelles d'elle.
Er is geen plaats meer.
start learning
Il n'y a plus de place.
Ik heb geen proper hemd meer.
start learning
Je n'ai plus de chemise propre.
Ik hou niet van vis.
start learning
Je n'aime pas le poisson.
Ik hou niet van Chinese keuken.
start learning
Je n'aime pas la cuisine chinoise.
Ik werk niet graag met andere mensen.
start learning
Je n'aime pas travailler avec d'autres personnes.
Ik werk niet graag alleen.
start learning
Je n'aime pas travailler seul.
Ik hou niet van onregelmatige uren.
start learning
Je n'aime pas les heures irrégulières.
Ik neem niet graag de telefoon op.
start learning
Je n'aime pas répondre au téléphone.
Ik doe niet graag altijd hetzelfde.
start learning
Je n'aime pas toujours faire la même chose.
Hij kan niet met de auto rijden.
start learning
Il ne sait pas conduire.
Hij kan niet zonder fouten schrijven.
start learning
Il ne sait pas écrire sans fautes.
Hij kan niet zelfstandig werken.
start learning
Il ne sait pas travailler de façon autonome.
Hij kan niet in het weekend werken.
start learning
Il ne sait pas travailler le week-end.
Hij wil geen overuren doen.
start learning
Il ne veut pas faire des heures supplémentaires.
Ze kan niet erg snel typen.
start learning
Elle ne sait pas taper très vite.
Ze kan niet goed Engels spreken.
start learning
Elle ne sait pas bien parler l'anglais.
Ze kent de verkoopstechnieken niet.
start learning
Elle ne connaît pas les techniques de vente.
Ze kent het bedrijf niet goed.
start learning
Elle ne connaît pas bien la société.
Hij kent de veiligheidsregels niet.
start learning
Il ne connaît pas les règles de sécurité.
Ze kent het informaticaprogramma niet.
start learning
Elle ne connaît pas le programme informatique.
Ik hou niet van slecht nieuws.
start learning
Je n'aime pas les mauvaises nouvelles.
Ik heb geen goed nieuws.
start learning
Je n'ai pas de bonnes nouvelles.
Hij heeft geen moeilijk karakter.
start learning
Il n'a pas mauvais caractère.
Hij heeft niet veel zelfvertrouwen.
start learning
Il n'a pas beaucoup de confiance en lui.

You must sign in to write a comment