nederlands H3 woordenschat 4

 0    25 flashcards    Tom.G
download mp3 print play test yourself
 
Question Nederlands, Vlaams Answer Nederlands, Vlaams
1 profijt
start learning
voordeel – synoniem
2 omwentelingen
start learning
p – revoluties; grote veranderingen
3 mobiliseren
start learning
k – mensen achter zich zien te krijgen met een bepaald doel
4 overschat
start learning
te hoog ingeschat – woorddelen
5 campagne
start learning
strijd in de aanloop naar de verkiezingen om zoveel mogelijk stemmen te krijgen – omschrijving
6 parlementariërs
start learning
volksvertegenwoordigers – synoniem
7 coalitie
start learning
o – politieke samenwerking om een regering te vormen
8 oppositie
start learning
n – politieke partijen die de regering niet steunen, maar heel kritisch volgen; tegenstanders
9 bewindslieden
start learning
l – ministers
10 conservatief
start learning
behoudend (rechts) – synoniem
11 achterban
start learning
d – de groep die men vertegenwoordigt
12 socialistische
start learning
b – behorend tot de politieke beweging die opkomt voor maatschappelijke gelijkheid
13 liberaal
start learning
a – behorend tot de politieke beweging die de nadruk legt op individuele vrijheid
14 confessioneel
start learning
c – behorend tot de politieke beweging die zich baseert op het geloof (hier het christendom)
15 profileren
start learning
f – duidelijk maken waarin men zich onderscheidt van anderen
16 electoraat
start learning
kiezers – synoniem
17 zij het
start learning
i – hoewel; maar
18 representatief
start learning
g – een goede afspiegeling gevend; vertegenwoordigend
19 negeren
start learning
geen aandacht geven; niet luisteren naar – omschrijving
20 optie
start learning
m – mogelijkheid
21 populisme
start learning
neiging van politici om ferme uitspraken te doen die de kiezers direct aanspreken – omschrijving
22 bonussen
start learning
h – financiële extra’s die een werkgever aan succesvolle werknemers betaalt
23 de waan van de dag
start learning
j – kortzichtige opvattingen die snel weer veranderen
24 polarisatie
start learning
toestand waarin de tegenstellingen geaccentueerd worden – omschrijving
25 prioriteiten
start learning
e – dingen die voorrang moeten hebben

See related flashcards:

NL woordenschat h3 opdracht 3

You must sign in to write a comment