Vietnamese Dutch Dictionary

Tiếng Việt - Nederlands, Vlaams

chính in Dutch:

1. sleutel


Waar heb je die sleutel gevonden?
Hij legde de sleutel op de tafel, zoals hij gewend was.
Zou ik de sleutel kunnen krijgen?
Hier is uw sleutel.
Weet jij waar mijn sleutel is? Ik zie hem nergens. "Dan kijk je zeker met je neus, want hij ligt gewoon op tafel."
Een gouden sleutel maakt alle deuren open.
Nadat ik mijn sleutel gevraagd had bij de receptie ging ik met de lift naar mijn verdieping.
Kan ik nu de sleutel hebben?
John haalde een sleutel uit zijn zak.
Is dat de sleutel die je zoekt?
Er ligt een sleutel op tafel.
Ik ben de sleutel van de kamer kwijt en kan er niet in.
Ik ben een slot zonder een sleutel.
Zoals ge weet, is volharding de sleutel tot het succes.
Zoek de verloren sleutel.

2. groot


Zijn ze groot?
In tegenstelling tot zijn vader, heeft hij echt een groot inkomen.
Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.
Genialiteit is niets anders dan een groot vermogen tot geduld.
Hoe groot zijt ge?
Gebrek aan werk is voor sommigen een groot genot, voor anderen afzien.
Maar denkt u niet dat het een beetje groot is? vroeg de verkoopster.
Een groot deel van de volgende dag bleef hij in het hotel en sprak met vrienden en supporters.
Dima paste het pak, maar het bleek te groot te zijn.
Een kunstenaar gebruikt veel tubes verf om een groot schilderij te maken.
Het meisje had bij de slalomwedstrijd de negentiende plaats behaald. Ze dacht dat dat erg goed was, want negentien is immers een groot getal.
Een groot schip kwam tevoorschijn aan de horizon.
Als je later groot en sterk wilt worden, moet je veel spinazie en boterhammen met pindakaas eten.
In het spitsuur is de verkeersdichtheid in Tokio groot.
Als de video te groot is om door te sturen, geef dan minstens een verwijzing.