Portuguese Dutch Dictionary

português - Nederlands, Vlaams

seguro in Dutch:

1. veilig veilig


Het is niet veilig 's nachts alleen te lopen.
in de tuin is het veilig, op straat niet
Rijd veilig!
De Alpinisten volbrachten de beklimming, maar ze keerden niet veilig terug.
Ze was heel blij dat haar zoon veilig terug was gekomen.

2. verzekering verzekering


De verzekering profiteerde van de verbeterde conjunctuur.