Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

zdecydować in Dutch:

1. besluiten besluiten


besluiten, besloot, besloten. Waarom besloot je grootvader naar Irak te vertrekken? We hebben besloten meer informatie te vragen over de reis.
Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.

Dutch word "zdecydować"(besluiten) occurs in sets:

17/4 Heb je ervaring?