1. verrast
Zijn geheugen verrast me.
Toen ik hem het eerst ontmoette, was ik verrast door zijn onverwachte vraag.
Je verrast me altijd met je plotse binnenkomen.
Vorig jaar kwam ik terug thuis en was ik verrast, dat het dorp en de mensen helemaal veranderd waren.
Een plotse stortbui heeft mij onderweg naar huis verrast.
Ik was verrast, zoveel mensen te zien op het concert.
Dutch word "zaskoczony"(verrast) occurs in sets:
od rozrywki do jedzeniaverplicht om te lerenH1 VorstellenNiuews van de week2. verbaasd
Ik ben verbaasd om jou hier te zien.
Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.
Dutch word "zaskoczony"(verbaasd) occurs in sets:
Woordjes Leren Aflevering (Peuter en Kleuters)Hoe ziet ze eruit?