Polish Dutch Dictionary
- 
uczeń in Dutch:
1. 
de leerling
Dutch word "uczeń"(de leerling) occurs in sets:
mowie po niderlandzku les1,2,3,412/1 Op de basisschool
Wszystkie słówka
wejsciowka 20.03
Op de basisschool
2. 
leerling
Niet iedere leerling heeft een woordenboek.
Ben je een leerkracht of een leerling hier?
Geen enkele leerling was afwezig.
Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.
Hij is met voorsprong de intelligentste leerling van de klas.
related words
nauczyciel in Dutchdyrektor in Dutch
wykładowca in Dutch
student in Dutch
wychowawca in Dutch
profesor in Dutch
other words beginning with "U"
uczciwy in Dutchuczestniczyć in Dutch
uczestnik in Dutch
uczucie in Dutch
uczyć in Dutch
uczęszczać in Dutch
uczeń in other dictionaries
uczeń in Arabicuczeń in Czech
uczeń in German
uczeń in English
uczeń in Spanish
uczeń in French
uczeń in Hindi
uczeń in Indonesian
uczeń in Italian
uczeń Georgian
uczeń in Lithuanian
uczeń in Norwegian
uczeń in Portuguese
uczeń in Romanian
uczeń in Russian
uczeń in Slovak
uczeń in Swedish
uczeń in Turkish
uczeń in Vietnamese
uczeń in Chinese
