Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

targi in Dutch:

1. beurzen beurzen


Deze zomer werden er geen beurzen meer toegekend aan de studenten die er vorig jaar een kregen.

2. de beurs de beurs


Misschien kan je de beurs krijgen.
Misschien kan jede beurs krijgen.

Dutch word "targi"(de beurs) occurs in sets:

Usłyszane 83

3. de kermis de kermis


Mijn generatie gaat niet naar de kermis.

Dutch word "targi"(de kermis) occurs in sets:

Duolingo cz2

4. de vakbeurs de vakbeurs



Dutch word "targi"(de vakbeurs) occurs in sets:

Kolokwium - hoofdstukken 5 en 6