Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

strach in Dutch:

1. vrezen vrezen


Vrees niet, want er is niets te vrezen.
Wij Duitsers vrezen God, maar niets anders op de wereld.

2. de angst



Dutch word "strach"(de angst) occurs in sets:

1000 rzeczowników po niderlandzku 351 - 400
1000 najpopularniejszych słów po niderlandzku 901 ...
Hoe ouder, hoe wijzer

3. angst


Ieder eenzaam mens is eenzaam door zijn angst voor de mensen om hem heen.
Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè? "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."
De angst voor het communisme was toen erg sterk.
Ze kunnen hun angst overwinnen.

Dutch word "strach"(angst) occurs in sets:

Laat het me weten! Bellen, mailen of een berichtje...