Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

spokój in Dutch:

1. kalmte kalmte


Kalmte zal je redden.
Niet te vlug: beslis in alle kalmte.

2. vrede vrede


Vrede zij met u!
De vrede kwam terug na drie jaar oorlog.
We verlangden naar vrede.
Wij willen vrede voor de hele wereld.
Totdat jullie vrede sluiten met wie jullie zijn, zullen jullie niet tevreden zijn met wat jullie hebben.
Een olijftak symboliseert vrede.
Wie de vrede liefheeft, maakt zich klaar voor de oorlog.
Hij sprak over vrede.
Geef de vrede een kans.
Wilt ge vrede, bereid u voor op oorlog.
Rust in vrede.
Liefde en vrede.
Beter geluk en vrede, dan de grootste rijkdom.

3. de rust de rust


in de rust van een voetbalwedstrijd

Dutch word "spokój"(de rust) occurs in sets:

Niderlandzki 🇳🇱