Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

przestępca in Dutch:

1. overtreder overtreder



2. misdadiger misdadiger


De misdadiger vluchtte uit de gevangenis.
Het FBI heeft de kamer van de misdadiger in het geheim van afluisterapparatuur voorzien.
Ze drongen erop aan dat de misdadiger zou gestraft worden.

Dutch word "przestępca"(misdadiger) occurs in sets:

Naar de biblotheek

3. de overtreder de overtreder



4. de crimineel de crimineel



Dutch word "przestępca"(de crimineel) occurs in sets:

Zo houden we de buurt veilig.