Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

pracowity in Dutch:

1. druk druk


Ze is zeker druk bezig.
Rond deze tijd is het verkeer ongelooflijk druk.
Op straat is er de dag door een druk verkeer.
Druk je idee duidelijk uit.
Ze was druk bezig met haar huiswerk.
Welke is completer, de eerste druk of de tweede?
Maak je niet druk.
Ze zijn er te druk mee elkaar te bevechten om zich om gemeenschappelijke idealen te bekommeren.
Ze waren druk.
In de trein was zo druk dat ik de hele rit heb moeten staan.
Heb je het druk op het moment?
Deze vissen zijn gewend aan hoge druk en aan de afwezigheid van licht.
We hebben het zo druk dat we alle hulp kunnen gebruiken.
Ik heb geen tijd om me druk te maken over zulke kleinigheden.
Natuurlijk zou ik willen gaan, maar ik ben bang dat ik het te druk heb.

Dutch word "pracowity"(druk) occurs in sets:

Przymiotnik 1
Slowka z lekcji 4

2. hardwerkend hardwerkend


De Chinezen zijn een hardwerkend volk.

Dutch word "pracowity"(hardwerkend) occurs in sets:

Cechy osobowości po holendersku
Holenderskie słówka II

3. werkzaam werkzaam



Dutch word "pracowity"(werkzaam) occurs in sets:

Je bent te koppig!

4. ijverig


Goede kinderen leren ijverig.
Alle mannen zijn ijverig.

Dutch word "pracowity"(ijverig) occurs in sets:

17/4 Heb je ervaring?