Polish Dutch Dictionary

język polski

-

Nederlands, Vlaams

podwyżka in Dutch:

1. verhoging

Behalve van een verstopte neus, heb ik ook last van verhoging.

Je hebt geen verhoging.

Dutch word "podwyżka"(verhoging) occurs in sets:

holenderski preply

2. de opslag

3. stijgen

als the vraag naar producten groot is, de prijs stijgen

De prijs van de aardolie is aan het stijgen.

4. loonsverhoging

Als ik geen loonsverhoging krijg, ga ik ontslag nemen.

related words

pensja in Dutch
premia in Dutch
emerytura in Dutch
płaca in Dutch
zarabiać in Dutch
zysk in Dutch
zarobki in Dutch

other words beginning with "P"

podstawowy in Dutch
poduszka in Dutch
podwieczorek in Dutch
podziwiać in Dutch
podłoga in Dutch
poeta in Dutch

A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż