Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

płyta in Dutch:

1. het plaatje het plaatje



Dutch word "płyta"(het plaatje) occurs in sets:

5. rozmowa telefoniczna

2. bord bord


Het bord gleed uit mijn handen doordat ze nat waren.
De juiste plaatswijze van een bestek is de vork aan de linkerzijde van het bord en het mes aan de rechterzijde alsook de lepel.
Eh, meneer... Wat op het bord staat, is geen exponentiële functie, maar een goniometrische...
Het bord geeft aan dat de politie je auto wegsleept als je hier parkeert.
Als je binnen drie minuten je bord niet leeg hebt, krijg je geen toetje.
Ze verzamelde de stukken van het gebroken bord.
Onze wiskundeleraar tekende een cirkel op het bord.
Breng mij een proper bord en neem het vuile bord weg.

3. plaat plaat


Zou je eens niet een andere plaat willen opzetten? We luisteren al gedurende twee uren naar deze hier.