Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

oczy in Dutch:

1. de ogen



2. ogen


Meer ogen, meer zekerheid.
Haar ogen lachen.
Hoe kan ik nou gezien hebben wat je deed, als je achter me stond? Ik heb geen ogen in m'n achterhoofd!
Van onder de witte, ruige wenkbrauwen, vanuit de diepe oogkassen, kijkt een paar goedige, schalkse ogen.
Hij houdt van haar haar, haar glimlach, haar ogen? Wow, hij kan verdomd goed liegen!
Nicolas bedoelt dat de romanisering van het Cyrillische alfabet net zo mooi is als de zon, die de ogen verbrandt wanneer je ernaar kijkt.
Innerlijke schoonheid, ik zal erin geloven wanneer mijn lul ogen heeft.
Vanaf het moment dat ik deze ruimte binnenkwam, heb ik mijn ogen niet van je af kunnen houden.
Honden kunnen niet praten, maar het leek alsof de ogen van het hondje zeiden: "Nee, ik heb geen thuis."
Wanneer je ogen een schone vrouw aanschouwen, sla ze dan neer.
Toen ik mijn ogen weer open deed, stond er ineens een onbekende dame voor mijn neus.
Houd voordat je trouwt je ogen goed open. Knijp nadat je getrouwd bent een oogje toe.
Hij keek door het etalagevenster en zijn ogen werden groot toen ze op een prachtig zwart pak vielen, en zijn ogen werden nog groter toen hij het prijskaartje van 3.000.000,99 BYR opmerkte.
Muren hebben oren, papieren schuifdeuren hebben ogen.
Schoonheid ligt in de ogen van de toeschouwer.

Dutch word "oczy"(ogen) occurs in sets:

1000 najpopularniejszych słów po niderlandzku 351 ...