Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

obraz in Dutch:

1. het schilderij het schilderij


Waarnaar kijk je? Ik kijk naar het schilderij.

Dutch word "obraz"(het schilderij) occurs in sets:

1000 rzeczowników po niderlandzku 351 - 400
15/2 Dat houd ik echt niet vol!
rzeczowniki/zelfstandige naamwoorden
Pomieszczenia w mieszkaniu
Grudzień 2023

2. schilderij schilderij


Hoe oud is dat schilderij?
Hij toonde mij een foto van zijn eigen schilderij.
Weet u wie dit schilderij heeft geschilderd?
Het schilderij is het werk van een Nederlandse meester.
Dit schilderij is niet waard wat u ervoor vraagt.
Een kunstenaar gebruikt veel tubes verf om een groot schilderij te maken.
Ik dacht na over de betekenis van zijn schilderij.
Hij heeft het schilderij gemaakt dat aan de muur hangt.
Dit schilderij van Rembrandt is een meesterwerk.
Als ik toen dat schilderij gekocht had, was ik nu rijk.

Dutch word "obraz"(schilderij) occurs in sets:

Niuews van de week

3. het beeld het beeld


het beeldscherm
Ider mens is geschapen naar het beeld van God

Dutch word "obraz"(het beeld) occurs in sets:

test 5-6 dział

4. afbeelding afbeelding


Heeft zij u de afbeelding getoond?
Men kan deze boeddhistische afbeelding niet helemaal juist dateren.
Bekijk de afbeelding.
Hij hing een afbeelding aan de muur.
Waaraan denk je als je deze afbeelding ziet?
Ik heb deze afbeelding al vroeger gezien.

Dutch word "obraz"(afbeelding) occurs in sets:

Różne holenderskie