Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

obniżyć in Dutch:

1. bezuinigen op


De regering wil meer bezuinigen op kunt en cultuur
De regering wil meer bezuinigen op kunst en cultuur

Dutch word "obniżyć"(bezuinigen op) occurs in sets:

czasowniki że stałym przyimkiem
vaste preposities

2. lager zetten



Dutch word "obniżyć"(lager zetten) occurs in sets:

mondeling deel 6

3. verlagen


Sommige winkels verlagen de prijzen.

related words

szukać in Dutch
podatek in Dutch
inwestować in Dutch
gospodarka in Dutch

other words beginning with "O"

obiad in Dutch
obiecywać in Dutch
obierać in Dutch
obojętny in Dutch
obok in Dutch
obowiązek in Dutch