Polish Dutch Dictionary

język polski

-

Nederlands, Vlaams

nerwowy in Dutch:

1. nerveus

Dutch word "nerwowy"(nerveus) occurs in sets:

300 określeń po niderlandzku 251 - 300
przypadkowe slowa

2. zenuwachtig

Ik ben altijd zenuwachtig voor ik in een vliegtuig stap.

Bill is zenuwachtig voor het examen.

Ik werd zenuwachtig op het toneel.

Bij mijn eerste ontmoeting met Betty was ik zenuwachtig.

Zijn beweeglijkheid maakt de moeder zenuwachtig.

Ze werden zenuwachtig.

Dutch word "nerwowy"(zenuwachtig) occurs in sets:

cechy charakteru
słówka zo gezegd 1 i 2

related words

cierpliwy in Dutch
poważny in Dutch
spokojny in Dutch
nieśmiały in Dutch
leniwy in Dutch
niecierpliwy in Dutch
wesoły in Dutch
sympatyczny in Dutch
smutny in Dutch

other words beginning with "N"

nazwisko in Dutch
nazywać in Dutch
nerka in Dutch
nic in Dutch
nie in Dutch
niebezpieczeństwo in Dutch

A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż