Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

grać w szachy in Dutch:

1. schaken schaken


Ken heeft tegen mij gewonnen met schaken.
John is goed in schaken.

Dutch word "grać w szachy"(schaken) occurs in sets:

500 czasowników po niderlandzku 451 - 500
Woordjes Leren Aflevering (Peuter en Kleuters)
Ik heb veel van hem geleerd.