Polish Dutch Dictionary

język polski - Nederlands, Vlaams

czatować in Dutch:

1. chatten chatten


Ze zou liever zinnen vertalen op Tatoeba, dan met mij te chatten.
De gebruikte methoden om stress te verwerken zijn verschillend van man tot vrouw: mannen zoeken hun toevlucht hoofdzakelijk in alcohol, terwijl vrouwen hun stress verwerken door te chatten.