Toggle navigation
Create account
Sign in
Create flashcards
Courses
Polish Dutch Dictionary
B
ból
Polish Dutch Dictionary
-
ból
in Dutch:
1.
de pijn
Dutch word "ból"(de pijn) occurs in sets:
7/2 Ik wil graag een afspraak maken
svet lekcja 1
Repetytorium Edek b2/c1 nl
SŁOWKA NIDERLANDZKIE
Lekcja 27-28
2.
pijn
Het doet pijn.
Laat mij weten als het pijn doet.
De pijn was ondraaglijk.
Wat veroorzaakt gewoonlijk de pijn?
Doet het pijn als ik hier sla?
Aan een vreemd lichaam voelt men geen pijn.
Toen ik op mijn hoofd stond, had ik pijn in de nek.
Het was zo koud, dat mijn oren pijn deden.
Verleden pijn is vlug vergeten.
De pijn is voor het grootste deel verdwenen.
De belediging deed haar pijn.
Naarmate de tijd verstrijkt, verdwijnt de pijn beetje bij beetje.
Ik heb wat medicijnen nodig om de pijn te bestrijden.
De pijn wordt nu langzaam minder.
Waar een tand pijn doet, daar gaat de tong naartoe.
Dutch word "ból"(pijn) occurs in sets:
de woorden part 1
słówka zo gezegd 1 i 2
hoofdstuk 12
holenderskie słówka
related words
kaszel in Dutch
grypa in Dutch
gorączka in Dutch
przeziębienie in Dutch
other words beginning with "B"
byk in Dutch
bystry in Dutch
być in Dutch
błagać in Dutch
błoto in Dutch
błyskawica in Dutch
ból in other dictionaries
ból in Arabic
ból in Czech
ból in German
ból in English
ból in Spanish
ból in French
ból in Hindi
ból in Indonesian
ból in Italian
ból Georgian
ból in Lithuanian
ból in Norwegian
ból in Portuguese
ból in Romanian
ból in Russian
ból in Slovak
ból in Swedish
ból in Turkish
ból in Vietnamese
ból in Chinese
A
B
C
Ć
D
E
F
G
H
I
J
K
L
Ł
M
N
O
P
R
S
Ś
T
U
W
Z
Ź
Ż
×
Log in
Log in
Sign in
Login or Email
Password
Sign in
Forgot your password?
Don't have an account?
Log in
Log in
Create account
Get Started with this Free Course!
No Cost. No Obligation. No Spam.
Your email address
Create account
Already have an account?
I accept the
terms
and
privacy policy