Dutch Norwegian Dictionary

Nederlands, Vlaams - Norsk

afspraak in Norwegian:

1. avtale avtale


inngå en avtale holde en avtale bryte en avtale
Du kan ikke bryte avtalen!

other words beginning with "A"

afkeer in Norwegian
aflevering in Norwegian
afschuwelijk in Norwegian
afstuderen in Norwegian
afwasmachine in Norwegian
afwezig in Norwegian

afspraak in other dictionaries

afspraak in Arabic
afspraak in Czech
afspraak in German
afspraak in English
afspraak in Spanish
afspraak in French
afspraak in Hindi
afspraak in Indonesian
afspraak in Italian
afspraak Georgian
afspraak in Lithuanian
afspraak in Polish
afspraak in Portuguese
afspraak in Romanian
afspraak in Russian
afspraak in Slovak
afspraak in Swedish
afspraak in Turkish
afspraak in Vietnamese
afspraak in Chinese