Luxembourgish Dutch Dictionary

Lëtzebuergesch - Nederlands, Vlaams

Decken in Dutch:

1. deken


Het bergpaadje was bedekt met een zachte deken van bladeren, waarover het makkelijk lopen was.
Breng mij een deken alstublieft.

Dutch word "Decken"(deken) occurs in sets:

Schlofzëmmer Vocabulaire op Hollännesch