French Dutch Dictionary
- 
coup in Dutch:
1. 
hang
De lakens hang ik zelf op, zei de buurvrouw. "Die zijn wel erg zwaar."
Waar hang ik deze kalender?
2. 
klap
De eerste klap is een daalder waard.
De jongedame gaf de man die haar in haar billen geknepen had een klap.
other words beginning with "C"
couler in Dutchcouleur in Dutch
couloir in Dutch
coupable in Dutch
coupe in Dutch
couper in Dutch
coup in other dictionaries
coup in Arabiccoup in Czech
coup in German
coup in English
coup in Spanish
coup in Hindi
coup in Indonesian
coup in Italian
coup Georgian
coup in Lithuanian
coup in Norwegian
coup in Polish
coup in Portuguese
coup in Romanian
coup in Russian
coup in Slovak
coup in Swedish
coup in Turkish
coup in Vietnamese
coup in Chinese
