French Dutch Dictionary

Français - Nederlands, Vlaams

avantage in Dutch:

1. voordeel


Lange spelers hebben een voordeel in basketbal.
Wat is het voordeel van deze technologie?
Het ergerlijke is dat hij alleen aan zijn eigen voordeel denkt.
Hij haalt altijd voordeel uit de gemaakte fouten van zijn tegenstanders.
Het is een voordeel een computer te kunnen gebruiken.
Het was een voordeel dat ik Chinees geleerd had toen ik op school zat.

2. het voordeel



Dutch word "avantage"(het voordeel) occurs in sets:

De sectoren met de tofste vakantiejobs