Spanish Dutch Dictionary

español - Nederlands, Vlaams

leo in Dutch:

1. Leeuw Leeuw


De tanden van een leeuw zijn scherp.
Wie is het sterkst, een tijger of een leeuw?
Ik zie een leeuw.
Een leeuw is sterk.
Geef geen hand aan een leeuw.
Wie durft op een leeuw rijden?
Bij een leeuw blijven is gevaarlijk.

Dutch word "leo"(Leeuw) occurs in sets:

tekens van de dierenriem in het Spaans
Los signos del zodíaco en neerlandés