Spanish Dutch Dictionary

español - Nederlands, Vlaams

ingresos in Dutch:

1. inkomen inkomen


Hij heeft heel zijn inkomen opgezopen.
Weet iemand hoe aan een inkomen te geraken in crisistijd?

2. omzet omzet


Een auto is een instrument dat benzine omzet in overgewicht.

Dutch word "ingresos"(omzet) occurs in sets:

Top 15 palabras para negocios en neerlandés