Spanish Dutch Dictionary

español - Nederlands, Vlaams

frutas in Dutch:

1. vruchten vruchten


Verse vruchten zijn goed voor uw gezondheid.
Zo de boom, zo de vruchten.
Je onderzoek zal zeker vruchten dragen.
Vruchten bevatten zaden.
Citroenen en limoenen zijn zure vruchten.
Wiskundigen zijn dichters, alleen moeten ze de vruchten van hun fantasie ook nog bewijzen.