Spanish Dutch Dictionary

español - Nederlands, Vlaams

carácter in Dutch:

1. karakter karakter


De oudere geleek zo op haar moeder door haar karakter en aangezicht, dat iedereen die haar zag kon denken dat hij de moeder zag; ze waren allebei zo onaangenaam en zo fier, dat men er niet kon mee samenleven.
Haaien staan bekend om hun bloeddorstig karakter.