English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

value in Dutch:

1. waarde waarde


Het heeft waarde op zichzelf.
Geld symboliseert de waarde van bezittingen.
Herhaling, vermindert ooit de waarde.
De Verenigde Staten voeren passagiersvliegtuigen uit ter waarde van miljarden dollar.
Meisjes hechten veel waarde aan mode.
Hij hecht altijd waarde aan de mening van zijn vrouw.
De waarde van de yen is sterk gestegen.
Dit horloge is van grote waarde.
Het woordenboek is van onschatbare waarde bij het leren van talen.

2. waarderen waarderen


Leerlingen in het algemeen waarderen een leraar die hun problemen verstaat.
Alleen wie ongeluk kent, weet geluk te waarderen.

Dutch word "value"(waarderen) occurs in sets:

engels chapter 3 voca 1

3. Waarde de van Waarde de van