English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

treat in Dutch:

1. trakteren trakteren



Dutch word "treat"(trakteren) occurs in sets:

3 - Nederlands in gang A2

2. behandelen behandelen


Het is moeilijk voor mij die zaak te behandelen.
Je moet een aangetaste tand laten behandelen.
Ik wil twee problemen behandelen.
Kan je dat thema een beetje uitgebreider behandelen?
Lucy droomt ervan, dierenarts te worden en dieren te behandelen.

Dutch word "treat"(behandelen) occurs in sets:

Hoofdstuk 3&4 Nederlands-Engels

3. traktatie traktatie



Dutch word "treat"(traktatie) occurs in sets:

engels woordjes 6.3