English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

to produce in Dutch:

1. produceren produceren


Er werd verondersteld dat het klokkenbedrijf een miljoen nieuwe klokken per jaar zou produceren.
En denk eraan, ook uit druiven kan men wijn produceren.

Dutch word "to produce"(produceren) occurs in sets:

Top 500 Engelse werkwoorden 101 - 150