English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

to nourish in Dutch:

1. voeden voeden


Wij Japanners voeden ons met rijst.
Men zou een dorp in Afrika kunnen voeden van het geld dat een iPhone-abonnement kost.
Walvissen voeden zich met plankton en kleine vissen.
Ik doe veel moeite om mijn dochter op te voeden.

Dutch word "to nourish"(voeden) occurs in sets:

14. Food and drink (1)