English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

egg in Dutch:

1. ei ei


Neem een ei uit de koelkast.
Het lijkt op een ei.
Beter een half ei dan een lege dop.
Bak eens een ei voor mij.
In mei leggen alle vogeltjes een ei.
Het is buiten zo warm dat je een ei kunt bakken.
Wat was er het eerst: de kip of het ei?

Dutch word "egg"(ei) occurs in sets:

6.2 WATER PLEASE
Engels hoofdstuk 6

2. het ei het ei



Dutch word "egg"(het ei) occurs in sets:

5. Food: Basic