English Dutch Dictionary

English - Nederlands, Vlaams

cabin in Dutch:

1. cabine cabine


Aan de kabelbaan hangen cabines waarin plaats is voor vier personen. De skistokken dient men bij zich te houden; de ski's kunnen in de daarvoor bestemde houders aan de achterkant van de cabine geplaatst worden.

2. crew



Dutch word "cabin"(crew) occurs in sets:

en - nl unit 1 sb 2

3. hut



Dutch word "cabin"(hut) occurs in sets:

36. Travelling(3)